Cultuur maakt Nederland, Nederland maakt cultuur

Onze culturele en creatieve sector is van wereldklasse en van groot belang voor de toekomst van ons land. De sector vergroot ons innovatief vermogen, draagt buitengewoon bij aan ons welzijn en onze welvaart, aan de kwaliteit van ons onderwijs en aan een gezonde democratie. Nu de coronacrisis diepe sporen achterlaat, is een plan waarin herstel en vernieuwing samenkomen van groot belang. Via onze ‘New Creative Deal’ presenteren we langs vijf hoofdlijnen 31 acties waarmee we onze toekomst vorm willen geven.

Ontwerpers, kunstenaars en andere creatieve makers helpen Nederland vooruit. Ze helpen complexe vraagstukken op het gebied van zorg, veiligheid, energie en klimaat oplossen. De omslag die de maatschappij op deze onderwerpen moet doormaken vraagt om gedragsverandering, bij uitstek het domein van de culturele en creatieve sector. Ontwerpers en kunstenaars zijn specialisten in verandering en kunnen de toekomst als geen ander verbeelden. 

Kunst doet niet wat de samenleving vraagt, maar laat ons die van allerlei kanten bekijken, doet een beroep op onze verbeeldingskracht. Prikkelt, geeft kleur, smaak en plezier. Troost. Laat ons andere verhalen beleven en ons verplaatsen in de ander. Verbindt, geeft te denken en wakkert creativiteit aan. Maakt ons tot zelfdenkende burgers, en draagt bij aan een open, democratische en weerbare samenleving. Kunstenaars van nu maken het erfgoed van de toekomst.

Deze culturele en creatieve sector draagt € 25,5 miljard bij aan onze economie. Dat is 3,7 procent van ons bruto binnenlands product. Tussen 2015 en 2018 was de creatieve sector – samen met ICT – de belangrijkste aanjager van onze economische groei en werkgelegenheid. De culturele en creatieve sector is goed voor 320 duizend banen en 4,5 procent van onze totale werkgelegenheid. Waardering voor de culturele en creatieve sector is sinds de coronacrisis enorm toegenomen: uit recent onderzoek blijkt dat het publiek kunst en cultuur nog nooit zo op waarde schatte als in het afgelopen jaar. 

Ons land behoort al jaren tot de absolute top op het gebied van architectuur, media, kunst, cultuur, creativiteit en ontwerp. Het is van het grootste belang dat we blijven investeren in die bijzondere positie en unieke infrastructuur. Want zonder kunst geen verbeelding. Zonder verbeelding geen creativiteit. En zonder creativiteit geen innovatie. 

De culturele en creatieve sector heeft 3 grote ambities voor de komende kabinetsperiode

  1. Iedere Nederlander kan zijn creatieve talenten ontwikkelen en heeft onbelemmerd toegang tot een zo breed mogelijk palet aan cultuurervaringen, zowel fysiek als digitaal. Het beoefenen en beleven van kunst, erfgoed en media is immers een grondrecht.
  2. De culturele en creatieve sector werkt samen met overheden en het bedrijfsleven bij het aanpakken van grote maatschappelijke vraagstukken. Grootschalige en complexe vraagstukken krijgen een multidisciplinaire aanpak, waarin technologische innovatie hand in hand gaat met maatschappelijke impact. 
  3. De culturele en creatieve sector zet samen met de overheid in op een vitale sector. Wendbaar en financieel weerbaarder dan voorheen. Waar fatsoenlijke beloning en veilige arbeidsomstandigheden de norm zijn en culturele en creatieve organisaties en de vele zelfstandigen die in de sector werken de ruimte hebben om doorlopend te innoveren en investeren.

De impact van de coronacrisis is enorm en zal nog lang voelbaar zijn. Creatieve ondernemers en kustenaars, het kloppend hart van de sector, verkeren in nood. Tegelijkertijd zien we nieuwe interessante ontwikkelingen. Het is daarom belangrijk dat zowel de sector als de overheid onderzoeken hoe na deze crisis herstel en vernieuwing hand in hand kunnen gaan. We moeten de geschreven en ongeschreven regels bevragen terwijl we inzetten op een inspirerend en waardevol cultureel klimaat voor alle inwoners van Nederland. Niet voor niets luidt de kop boven recent onderzoek “De culturele en creatieve sector (CCS) is een belangrijk onderdeel van Europa’s oplossing voor de huidige situatie en de economische en sociale gevolgen daarvan”.

Wij vragen het volgende kabinet om met de sector een New Creative Deal te sluiten met de volgende vijf actielijnen:

1. Ontwikkel samen met de sector één samenhangend en duurzaam beleid voor de gehele media-, culturele en creatieve sector. Vergroot de maatschappelijke impact door makers en creatieve ondernemers meer ruimte en bewegingsvrijheid te bieden. Gun onze samenleving de inspiratie en innovatieve kracht die nodig is om de grote vraagstukken van de 21ste eeuw het hoofd te bieden. En sluit aan bij de Cultural Deal for Europe en andere ontwikkelingen in Europa. 

Aandachtspunten voor dit systeem zijn:

  • De culturele en creatieve sector dient het publieke belang en behoort tot de kernverantwoordelijkheden van de overheid.
  • Eén departement voor cultuur, creatieve industrie en media, met één minister die interdepartementaal regie voert en verantwoordelijk is voor de hele keten.
  • Het recht op cultuur(educatie) in je eigen omgeving, verankerd in de wet.
  • Ontwikkeling van een fijnmazigere culturele infrastructuur. Neem samen met de regionale overheden verantwoordelijkheid voor een goede spreiding van voorzieningen over het land, met aandacht voor de individuele rol van kunstenaars en creatieven. 
  • Ontwikkeling van duurzame garantiefondsen voor audiovisuele producties, evenementen en festivals, zodat in geval van calamiteiten zoals die van de coronacrisis veilig voorinvesteringen kunnen worden gedaan.
  • Verlenging van de lopende cultuurnotaperiode met 1 of 2 jaar. Geef instellingen de kans om de crisis te boven te komen en hun plannen waar te maken. Zie dit als een pilot in het kader van de ontwikkeling van een nieuw stelsel.
  • Liquiditeit en solvabiliteit vergroten. Sta de opbouw en vrije inzet toe van – afhankelijk van het risicoprofiel van de instelling – realistische reserves. Stimuleer dat ook andere subsidiegevers deze lijn volgen. Zorg dat het eigen vermogen niet meeweegt bij de toekenning van projectsubsidies. Maak hierover afspraken met provincies en gemeenten.
  • Bescherm onze markt nadrukkelijk en treed op tegen monopolies en marktverstoring. Dat betekent ook meer afdracht van streaminginkomsten naar makers en redelijke belastingheffing van multinationals. Een sterk Europa als tegenspeler van de spelers op de wereldmarkt is een voorwaarde. 
  • Vergroting van de slagkracht van de audiovisuele productiesector en de introductie van een stimuleringsmaatregel waardoor streamingdiensten en -platforms een percentage van hun in Nederland gegenereerde omzet besteden aan of afdragen voor de productie en zichtbaarheid van Nederlands (cultureel) audiovisueel aanbod. Zet het verschil tussen het hoge en lage btw tarief voor de helft in ten behoeve van de financiering van nieuwe producties en voor de andere helft voor de promotie ervan.
2. Stel voldoende middelen beschikbaar, waarmee de sector de effecten van de coronacrisis te boven kan komen en zich duurzaam uit de crisis kan innoveren. Om de gevolgen van de coronacrisis te compenseren is een eenmalige extra investering nodig. Om de bijdrage van de media-, culturele en creatieve sector aan de economie en samenleving te borgen en te vergroten, is een structurele verhoging van de Rijksbegroting voor de culturele en creatieve sector noodzakelijk. ▼

Met de extra incidentele en structurele middelen moet het mogelijk worden om de komende 4 jaar: 

  • De sector opnieuw op te bouwen en te zorgen voor een sterke, flexibele sector, die weerbaarder wordt tegen een crisis. 
  • Met werkkapitaal overbrugging te bieden aan individuele makers, culturele instellingen en creatieve bedrijven. 
  • De ontwikkeling van een revolverend fonds te versnellen met leningen en andere financieringsinstrumenten zoals garantiestellingen en matching. Daarmee kan een hefboom worden gecreëerd voor grotere (private) investeringen in cultuur en de creatieve sector.
  • Kunstencentra, mediatheken op scholen, musea, podia, koren, orkesten, verenigingen en productiehuizen betere en structurele ondersteuning te bieden. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van landelijke en lokale overheden. 
  • Experimenten door middel van Fieldlabs te initiëren, versnellen en opschalen. Internationale experimenten mogelijk maken.
  • Ondernemerschap, gezonde financiering en goed bestuur van de sector te ondersteunen. Digitalisering en nieuwe vormen van samenwerking krijgen ook ondersteuning. Zowel in het kunstvakonderwijs als bij permanente professionele ontwikkeling dient specifiek aandacht te zijn voor deze onderwerpen. 
  • Een gezonde arbeidsmarkt te creëren, met meer perspectief voor zzp’ers en werkenden in de culturele en creatieve sector. De tweedeling in de samenleving, #MeToo, Black Lives Matter en de klimaatcrisis raken ook de culturele en creatieve sector in het hart. Maak gedragscodes zoals de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en Code Diversiteit & Inclusie tot een vanzelfsprekend onderdeel van bedrijfsvoering in de sector.
3. Vergroot de impact van de culturele en creatieve sector bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Om maatschappelijke problemen het hoofd te bieden en daarbij onze publieke waarden niet uit het oog te verliezen, is een gecombineerde aanpak noodzakelijk waarbij technologische en sociale innovatie worden gecombineerd. ▼

Voor een toekomstgerichte en integrale aanpak is het volgende van belang:

  • De overheid stelt zich als voorbeeldige en innovatieve opdrachtgever op door:
    • Een loket te creëren voor zogenoemde ongezochte oplossingen (unsolicited proposals). De overheid (RVO) kan dan bijvoorbeeld buiten bestaande regelingen en programma’s oplossingen bieden en daar een stevig bedrag voor reserveren.
    • Lagere overheden te helpen om als een goede opdrachtgever de culturele en creatieve sector in te zetten bij het aanpakken van grote en kleine maatschappelijke uitdagingen.
  • Stimuleer niet-technologische innovatie fiscaal en met subsidies:
    • Voor het aanpakken van hypercomplexe vraagstukken in de context van doorlopende sociale innovatie is procesinnovatie noodzakelijk. Biedt ruimte om innovatie in het bedrijfsleven te stimuleren in de regelingen en subsidies die de overheid hanteert.
4. Investeer meer in kunstonderwijs, culturele programma’s en lees- en schrijfvaardigheid.
  • Versterk cultuureducatie op álle scholen: op primair onderwijs, voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en speciaal onderwijs.
  • Maak extra middelen vrij: €15,- per jaar per jongere van 4 tot 18 jaar.
  • Breid de Cultuurkaartfinanciering met het matchingsprincipe uit naar het primair onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. 
  • Stimuleer de inzet van professionele kunstvakdocenten, ook met het oog op het huidige lerarentekort en werkdrukverlaging.
  • Zorg dat groepsleerkrachten zelf in staat zijn om cultuuronderwijs te geven en help hen dit te realiseren binnen het nieuwe curriculum.
  • Ontwikkel als Rijksoverheid een integrale visie op cultuurparticipatie voor iedereen, voor jong en oud, waarin verantwoordelijkheden van provincies en gemeenten opnieuw worden gedefinieerd.
  • Haal financiële drempels weg, zodat ook kinderen en jongeren die in armoede opgroeien naar musea, theater en cursussen kunnen gaan.
5. Zet in op ruimhartig fiscaal beleid voor donaties, crowdfunding en legaten. ▼
  • Stimuleer particulieren om gul te geven aan culturele ANBI’s en herstelfondsen, zoals het Kickstart Cultuurfonds. 
  • Doe dit door drempels en plafonds in de Geefwet zo veel mogelijk weg te nemen, met terugwerkende kracht naar 1 januari 2020 en laat de verruiming doorlopen tot ten minste 31 december 2025 of 2026, omdat fondsenwerving pas op termijn rendeert. Stimuleer zo mogelijkheden om nieuw geld de sector in te laten stromen. De voucherregeling ‘Bewaar je ticket, geniet later’, die de sector in de coronacrisis ontwikkelde is daar ook een mooi voorbeeld van. Zo kan op termijn de liquiditeit van podia, festivals en producenten worden versterkt.
  • Match ruimhartig bijdragen van fondsen en andere private initiatieven (crowdfunding, periodieke schenkingen, erfstellingen en legaten). Daarnaast pleiten we voor een laag btw-tarief voor het online uitzenden van cultuur.